Inleiding:
Ik begin de les door de kinderen tegen de muur te laten zitten. Zo hou ik een goed overzicht op de kinderen. Ik vertel de klas een verhaal dat we gaan verhuizen en dus veel spullen moeten gaan inpakken en sjouwen. “We gaan verhuizen en er zijn heel veel spullen die we moeten inpakken en die we moeten verplaatsen.”

Kern:
Vervolgens leg ik de drie onderdelen uit. Tijdens mijnuitleg vraag ik ook weleens kinderen naar voren om het voor te doen.
Onderdeel 1
– slootje springen “ Hier gaan we spullen opruimen in het huis. Ze moeten worden opgeruimd in de verhuisdoos aan de overkant. Je pakt dus een pittenzak en brengt deze over de matten naar de verhuisdoos. Hierbij mag je alleen over de matten lopen. Als je aan de overkant bent doe je de pittenzak in de doos en loop je via links terug naar de bank.”
Onderdeel 2
– Boelen naar een doel
“Sommige spullen zijn lastig via de trap naar beneden te brengen. Dan hangen de verhuizers een soort glijbaan uit het raam waar ze die spullen op leggen. Beneden staat de glijbaan in een verhuisdoos of aanhanger zodat ze meteen ingepakt zijn. Dat gaan wij hier ook doen. Je pakt een bal en legt deze op de bank. Het is de bedoeling dat de bal onderaan in de doos terecht komt zodat deze ingepakt is. Als je dat hebt gedaan pak je je bal en sluit je weer achteraan de rij aan. Bij de eerste staan twee banken naast elkaar. Als je het best moeilijk vind zou ik hier beginnen. Bij de middelste heb je nog maar één bank en bij de achterste staat de bank wat hoger.”
Onderdeel 3
– Drop ‘m erin
“De foto’s die aan de muren hangen willen we natuurlijk ook inpakken! Je gaat hier proberen om de ladders op te klimmen zodat je bovenaan de foto’s van de muren kan halen. Je klimt de ladder op. Bovenaan liggen pittenzakken in de dozen. Hier pak je er eentje van en gooi je in de verhuisdoos onder de ladder. Zo kunnen we mooi onze foto’s ook meenemen naar het nieuwe huis!” Wanneer ik elk onderdeel heb uitgelegd beantwoord ik nog eventuele vragen. Ik vertel de kinderen dat we in drie groepen gaan werken en dat we om de zoveel minuten omwisselen. Als laatste verdeel ik de klas in drie groepen. Dit doe ik door gewoon de eerste 5/6 naar een onderdeel te sturen.

Afsluiting/reflectie:
Als alle groepjes overal zijn geweest blaas ik op de fluit en is iedereen stil. Ik geef de opdracht dat de kinderen het onderdeel opruimen waar ze staan. Als alles is opgeruimd en er is nog tijd spelen we “iemand is ‘m, niemand is ‘m”. Als je wordt afgegooid kun je gaan omkleden.