Prentenboek
Doel van de les:
Aan het einde van de les kunnen de kinderen door middel van verschillende activiteiten vertellen of laten zien waar het boek over ging.
21th Century Skills
- Communiceren
- creatief denken
- Samenwerken
- Sociale- en Culturele vaardigheden
Geïntrigeerde vakken:
- Taal
- Drama
- Rekenen
- Wetenschap & Techniek
- Beeldende Vorming
Benodigdheden:
- Prentenboeken
Lesbeschrijving:
Inleiding:
Ik begin de les met het introduceren van het boek.
Ik vertel nog niets over hoe het boek heet of waar het overgaat, maar laat ze eerst aan de hand van de voorkant zelf ideeën opdoen over waar het boek over zou kunnen gaan.
Ik geef vervolgens leerlingen de beurt om hun ideeën te delen.
Vervolgens lees ik de titel voor en geef ik aan wie het heeft geschreven.
Aan de hand hiervan pakken we nog even terug op het mogelijke onderwerp van het boek.
Door deze opening probeer ik de kinderen nieuwsgierig te maken.
Kern:
Vervolgens begin ik met het voorlezen van het prentenboek.
Ik zorg dat de prenten duidelijk zichtbaar zijn voor alle leerlingen.
Ik stel tussendoor ook vragen, zoals wat denken jullie dat er zal gebeuren? Wat zien we allemaal op de prent? Waar zouden ze kunnen zijn? Hoe voelt hij/zij zich, denken jullie?
Op deze manier probeer ik de betrokkenheid te vergroten en de luistervaardigheid te stimuleren.
Ook zorg ik er op deze manier voor dat de kinderen het verhaal nog beter aan de prenten kunnen koppelen.
Vervolgens lees ik het verhaal af.
Ik stel vragen in de groep over waar het verhaal over ging; Wat gebeurde er? Waardoor kwam dat? Wat vonden ze daarvan? Wat gebeurde er daarna? Etc.
Afsluiting/reflectie
Nadat we het verhaal gelezen en besproken hebben, koppel ik aan het boek een volgende activiteit. Dit kunnen verschillende activiteiten zijn;
*Ik heb van tevoren de prenten van het boek (zonder tekst) uitgeprint en laat de kinderen deze in de chronologische volgorde van het verhaal leggen.
Vervolgens controleren wij de volgorde en verbeteren we deze indien nodig (met behulp van het prentenboek) (Bijvoorbeeld bij het prentenboek: Hé Wie zit er op de wc?)
*Ik zorg dat ervoor iedereen een papier op tafel komt en daarop gaat iedereen zijn eigen huis tekenen met de mensen en dieren die er in wonen en de spullen die erin staan (thema; Huizen, bijvoorbeeld het boek: Hier woon ik; Fiep Westendorp)
*Ik laat de kinderen in groepjes een huis bouwen met bijvoorbeeld: Lego, Knex, blokken enz. (Thema: Huizen, bijvoorbeeld bij het boek: Opa Knoest bouwt een huis)
*Ik ga samen met de kinderen aan de slag om een moestuintje te maken. Hierbij bespreken we wat we nodig hebben hiervoor, wat we hiervoor moeten doen (water geven ed.) Op deze manier zorg ik ervoor dat de kinderen zelf inbreng geven in het proces en hierdoor ook een eigen verantwoordelijkheid krijgen, namelijk het water geven aan de planten als het hun beurt is. (Thema; Tuinieren: Bijvoorbeeld bij het boek Anna en haar groentetuintje)
*Ik koppel een drama activiteit aan het prentenboek:
(Thema; Dieren) de dieren die voorkomen in het prentenboek nadoen (bijvoorbeeld bij hé wie zit er op de wc? Welke dieren zitten erin? Hoe loopt een olifant of een giraf)
Bij een boek waarin ook duidelijk emoties naar voren komt, zou ik een emotiespel doen. Dus we zijn nu allemaal heel boos, hoe lopen boze mensen of we zijn allemaal heel vrolijk, hoe laat je zien dat je heel vrolijk bent?
Maak jouw eigen website met JouwWeb